Als je schrijft en publiceert en daarbij ook nog schrijfdocent bent - zoals ik - moet je commentaar op je werk incasseren. Het blijft spannend om reacties op je werk te ontvangen, of die nou 'kritiek' genoemd worden, of 'feedback' of 'tips', of ze rechtstreeks gepresenteerd worden, met de botte bijl of met een strik erom. Als je wilt je groeien in je werk door van anderen te leren, moet je ermee om kunnen gaan. Persoonlijk vind ik het weleens lastig. Met name die botte bijl blijft pijnlijk. En zo'n strik is lief bedoeld, maar leidt ook af van de werkelijke boodschap.
Kritiek ontvangen
Het incasseringsvermogen varieert met de luim van de interne criticus. Dat is de stem in je hoofd die zegt dat je weer eens waardeloze bagger hebt geproduceerd, of juist een geniale tekst. Reacties van anderen liggen daar altijd ergens tussenin. Ze zijn dus teleurstellend, of juist een opsteker. Een evenwichtig mens blijft na een teleurstelling niet lang in de put zitten en gaat na een opsteker niet naast zijn schoenen lopen. Ben ik een evenwichtig mens? Ook dat varieert. Ben ik een eiland? Nee. Wil ik beter leren schrijven en lesgeven door fouten te maken en kritiek te incasseren? Ja! Dus: opkrabbelen en doorkrabbelen!
Kritiek geven
Aan het ontvangen van kritiek kan je dus een hele kluif hebben. Daarom is het belangrijk om die zorgvuldig te geven. In hulpverlenersland - waar ik dertien jaar heb doorgebracht - is het woord kritiek zelf al lang uit den boze. Daar spreekt men liever van positieve of negatieve feedback. Er zijn ook regels voor het geven van feedback. Kort gezegd komt het erop neer dat het altijd beter werkt om gewenst gedrag te belonen (positieve feedback) dan om ongewenst gedrag te bestraffen (negatieve feedback). Positieve feedback is veel makkelijker op een zorgvuldige manier te geven. Wie houdt er nou niet van een compliment? Daar groei je letterlijk en figuurlijk van en je wilt dat succes wel vaker bereiken. Zorgvuldige negatieve feedback is een stuk ingewikkelder. Voor je het weet is iemand erg boos of verdrietig en kan dan even helemaal niets produceren, gewenst of ongewenst.
Tijdens de schrijflessen ben ik er als docent vooral op gericht om de eigenheid van de schrijvers te stimuleren en hun kwaliteiten te prijzen. Soms zegt mijn innerlijke criticus dan, dat ik 'kritiekloos' ben, of 'soft'. Maar het is de enige manier waarop ik met mensen (kinderen en volwassenen) kan werken. Omdat het bij me past, maar ook omdat ik ervan overtuigd ben dat het de enige effectieve manier van leren is. Wie veel schrijft, en aanmoediging krijgt voor de kwaliteit en de eigen toon, leert steeds beter en eigener schrijven. Schrijven is een werkwoord, dus ook hier verwijs ik naar bovenstaand recept.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten