woensdag 12 oktober 2011

Mevrouw SchrijfTaal is verhuisd!

Met moeite neem ik afscheid van deze dierbare plek, maar sinds gisteravond heb ik een redelijk tot tevredenheid stellende versie van de nieuwe website van mijn bedrijf SchrijfTaal. Vanaf dit moment kan de site alleen maar mooier, beter en interessanter worden, dus sla die link op: www.schrijftaal.org !

Hier vind je alle activiteiten van Mevrouw SchrijfTaal in overzichtelijke categorieƫn: schrijfgroepen en workshops, activiteiten met kinderen, natuurtalenten en poƫzie. Er kunnen reacties geplaatst worden en er is een contactformulier voor aanmeldingen en informatie.

Zie ik je daar?

zondag 25 september 2011

Moeten (gedicht)

Moeten

Het kleed hangt over
de tafel staat op
poten maken indruk
op het kleed

Kijk: daar hoort hij
te staan, de tafel

Laat dat
rusten

Vezels mogen terugveren
als gras met madeliefjes

24 september 2011

NB: binnenkort verhuist alles, inclusief de gedichten naar www.schrijftaal.org. Daar werkt Mevrouw SchrijfTaal nog aan

zondag 18 september 2011

De Onberispelijken in het Hart op de Tong

Mevrouw SchrijfTaal blijft het spannend vinden: wie komen er deze keer met verhalen? Deze eerste Hart op de Tong van het seizoen was vooral indrukwekkend door het verhaal van Jan Kuchler. Hij heeft pas een roman uitgebracht over zijn leven als Jehova's Getuige. Tien jaar geleden namen hij en zijn vrouw afscheid van deze geloofsgemeenschap. 'Ons leven is er door gevormd,en daar waren goede en verkeerde dingen bij,' zegt Jan zelf. Een van de goede dingen die hij heeft overgehouden, is zijn vermogen om te vertellen. Daarin is hij tijdens zijn opvoeding tot 'Getuige van' getraind. Met moeite maakten wij ons los van zijn verhaal. Lees hier meer over het boek. 

De muzikale verrassing was saxofonist Chris Corstens. Met speelse klanken verbond hij de Onberispelijken van Jan Kuchler, het Fluitekruid van Katinka Mulder en het Schuursponsje van Mevrouw SchrijfTaal.

De volgende Hart op de Tong is zondag 16 oktober 14.00 -16.00 uur, zoals altijd in de lunchroom van het Zonnehuis. Houd ook de FaceBookpagina van het Zonnehuis in de gaten.

zondag 4 september 2011

Voor mijn vadertje


Mind your matter

Toen hij nog groot was
stond hij met zijn rug
tegen de gladgelakte deur
van de servieskast
ving mijn eerste stappen op

Alles, alles kon hij maken
SRV-wagens, het treintje van Artis
een driewieler met aanhanger
de dode goudvis
het leven door een lasbril

Ik schaterde met mijn broertje
achterop – ma hield ons in de gaten
schoof vitrage opzij

Een kleine halve eeuw later
blijkt veel onherstelbaar, een stok
met vakantieschildjes nauwelijks toereikend
na geen vijfhonder meter verbijten
moet hij nodig

4 september 2011





donderdag 1 september 2011

Ode aan een gebruiksvoorwerp





Het schuurt wel

Bij voorkleur blauw
in verband met het interieur
je zit wel vast
aan zo'n donkergroen lapje

Niet geschikt voor baklagen
wel voor de rest
van de vaat, van glazen tot borden met
gestolde gesmolten kaas

Aardappelovenschalen
de rvs gootsteen (al zal dat wel krassen
geven. Wie kan het wat schelen?
Mijn moeder misschien, maar ik ben
mijn moeder niet of toch een beetje
dat schuur je er niet zomaar af)

Niet vaak genoeg de oven en
het gasfornuis, resten kattenvoer
op de keukenvloer
kaarsvet van het tafelblad

In de laatste levenfase
ook losgelaten op bril
en porselein

1 september 2011


maandag 29 augustus 2011

Slome zomer




Oppervlakkig

Haast onverstaanbare Harry
controleert dagelijks de knoppen
van zijn nieuwe tweedehands
de radio, de ruitenwissers

Hij kucht droge tabakslucht
pikt mijn monteur in
met verhalen over stront

Op het dak begint een ekster een gesprek
ek ek ek ek ek ek ek, zegt hij tegen de gek
onverschillig draait die zich om en om en om

Intussen lig ik ongeduldig
de jaap te dichten tussen
willen en kunnen, na deze
zelfverkozen slome zomer
ben ik uitgedokterd

Doen is ook al niet
het hele verhaal
gebeuren is een wachtwoord


29 augustus 2011

donderdag 18 augustus 2011

De tijdschrijver


Hieronder nog een fragment uit het handschrift van mijn vader. Als puber verweet ik mijn ouders nogal eens dat zij zo materialistisch waren. Nu besef ik dat het af en toe letterlijk vechten was voor een wat beter bestaan. Verder ken ik mijn vader als een warme en zachtaardige man. Dit stukje maakt duidelijk dat daar grenzen aan zaten.

De tijdschrijver

Tussen 1960 en 1970 maakte ik als lasser landbouwwagens. We werkten op tarief, wat ik al eerder heb beschreven. Ik was daar nogal fanatiek in om toch maar zo snel mogelijk wat inboedel bij elkaar te vergaren. Soms liep dat behoorlijk uit de hand. We werden gecontroleerd door een tijdschrijver, een kerel die nogal jaloers was op ons inkomen. Mijn collega en ik kregen van de bedrijfsleiding een karwei aangeboden dat bestond uit het bevestigen van ladders en hekken op die landbouwwagens, bedoeld om de lading zo hoog mogelijk op te stapelen. Het was hoogseizoen en er was achterstand in de levering. Met dagloon en overwerk van vijf tot tien uur 'savonds hadden we dus een behoorlijk maandinkomen. Er was niets mis mee, totdat die bewuste tijdschrijver naar mij toe kwam met de misselijke opmerking: 'Ik ben op de loonadministratie in je loonstaat wezen kijken en kom tot de slotsom dat je, als je zo doorgaat, nog meer verdient dan ik.' Daar werd ik heel erg boos om en antwoordde: 'Als jij van vijf uur 's middags tot tien uur 's  avonds lekker op je luie kont tv ligt te kijken, dan werken wij ons te pletter op tarief, na de hele dag te hebben gebuffeld, om toch maar zo hoog mogelijk te scoren.'

'Niks mee te maken,' zei die tegen ons, 'het is over, er wordt niet meer overgewerkt.' Ik naar de bedrijfsleiding. Ik legde uit wat ons was overkomen. Die dag was er flink wat spanning. Terwijl ik nog in onderhandeling was met de bedrijfsleiding en aan de werkbank onderdelen stond te lassen, passeerde die bewuste tijdschrijver mij op enkele meters afstand, vergezeld van de werkplaatschef. Terwijl die langs me heen liep, plaatste hij de misselijkmakende opmerking: 'Daar staat dat zielige mannetje, dat van zijn normale loon van overdag niet kan rondkomen.' Ik werd zo kwaad, dat ik een onderdeel, een koker van vijftig centimeter lang en dertig centimeter breed, oppakte en naar zijn hoofd smeet. Gelukkig net mis, tegen een deur, maar er zat wel een gat in die deur.

Na nog geen twintig minuten moest ik boven komen, bij de bedrijfsleiding. Dat zou wel eens ontslag kunnen worden. De bedrijfsleider stelde mij de vraag: 
'Van den Akker, hier heb je toch wel spijt van?'
Ik antwoordde vol overtuiging: 'Ja. Dat ik hem niet doodgegooid heb!'
'Meen je dit?'
Inmiddels was de directeur erbij komen zitten. Die keek heel verbaasd en ik vroeg of ik hem nader uitleg mocht geven. Ik vertelde in wat voor omstandigheden ik alles bij elkaar verzamelde. 

Na een uur moest ik terug boven komen. Ik kreeg te horen dat we geen eigen rechter mochten spelen, maar dat de tijdschrijver het wel uitgelokt had. Einduitslag: dezelfde avond overwerken en van die tijdschrijver hebben wij nooit meer last gehad.