Ze hebben niet zoveel zin in schrijven. Misschien lijkt dat nog teveel op de gewone les. Dus ik lees grappige gedichten voor en laat hen namen verzinnen voor beestjes. Ze gaan wel heel graag naar buiten, dus we struinen door de groene Molenwijk en zoeken spinnen, pissebedden, kastanjes, noten en bloemetjes. Ook doen we rondslingerende blikjes en pakjes in een vuilniszakje. Ik luister goed naar wat ze allemaal zeggen en wat ze interessant vinden. Een meisje en een jongen uit groep drie en een jongen uit groep vier. Waar blijven de andere kinderen trouwens? Het klasje mag best groter. Eén van de jongens zei: 'Die paddestoelen lijken op schelpen!'
De verzamelde stukjes natuur gingen mee naar binnen. De jonge onderzoekers bekeken ze door vergrootglazen en maakten mooie tekeningen, van pissebedden, spinnenwebben en de vliegjes die er in waren gevangen. De vliegjes kregen namen. De belangstelling voor de natuur is er al, en het begin van het spelen met taal. We gaan er een mooi boekje van maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten