dinsdag 22 december 2009

Leermoment (kort verhaal)

Klant

Zou hij komen opdagen? Ik heb zo mijn bedenkingen. Het zou echt weer Afrikaanse stijl zijn: onbetrouwbaar. Zo mag je niet denken. Afspraak is afspraak en ik zal laten zien dat ík betrouwbaar ben. Ik had ook even kunnen bellen van tevoren, maar daar had ik geen zin in. Het zou ook verraden dat ik al mijn twijfels had.

Ik heb helemaal geen zin om door die natte sneeuw te fietsen en dat geglibber over die ribbels is doodeng. Maar het is juist goed; ik krijg toch al te weinig beweging. Thuis zou er ook niet zoveel uit mijn handen komen. Zou ik wel het goede café hebben? Bij de markt, onder het viaduct zei hij toch? Dat kan alleen dit café zijn. Het is leeg, op twee mannen aan een tafeltje na.

Hij is er nog niet. Ik verwacht ook niet echt dat hij komt. Een van de mannen aan het tafeltje, de cafébaas, kijkt me vragend aan.
'Sorry, ik heb hier met iemand afgesproken. Ik ga hem eerst even bellen.'
'Prima, doe maar rustig aan.'
'Misschien heeft u hem gezien? Een grote Afrikaan?'
'Nee hoor, ga maar bellen.'

Het telefoonnummer is onbereikbaar. Zou dat opzet zijn? Hij dacht natuurlijk voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten. Toen ik hem mijn kaartje gaf, zei hij dat hij iemand zocht om zaken voor hem te regelen. Ik vertelde hem dat ik geen secretaresse was, maar tekstschrijver. Hij schrok toen ik hem mijn tarief noemde. Misschien dacht hij dat hij me kon inpakken met zijn charmes. Mooi niet, daar heb ik al ervaring mee. Zaken zijn zaken. Ik ben nog zo toeschietelijk geweest om hem korting te geven.

Een brief aan de koningin. Hmpf, wat is dat nou voor opdracht? Ik dacht al, verzint hij nou zomaar iets? Hij zei dat hij er een goed gevoel bij had, bij onze samenwerking. 'Voor mij is het een groot avontuur,' zei ik. Dat was goed geantwoord. Ik zou de brief schrijven en nog wat informatie opzoeken en daar zouden we het dan bij laten.

Wat ben ik toch naïef. Ik had er beter helemaal niet aan kunnen beginnen. Mijn voorgevoel was juist. Maar ik wilde me niet laten leiden door een vooroordeel. Bovendien was hij mijn eerste klant. Ik moet nog oefenen met zaken doen. Mijn eerste klant is dus een wanbetaler, een ritselaar. Hij krijgt een zakelijke brief, dat ik een betaling verwacht. Als hij daar niet op reageert, krijgt hij een boze brief. Zo ga ik daar mee om. Voor mij een leerervaring, en iets om over te schrijven.

Wilma van den Akker, december 2009

Geen opmerkingen: