dinsdag 21 juni 2011

Jatten

Iedere vrijdagavond rijden de twee gezinnen naar de Galeries Modernes in Hoogvliet, een buitenwijk van Rotterdam. Galeries Modernes is een goedkoop warenhuis met een levensmiddelenafdeling. Daar worden de wekelijkse boodschappen ingeslagen. Terwijl de ouders de karretjes volladen met pakken melk en voorverpakt brood, scharrelen de vijf kinderen tussen de rekken. De kinderen van de buren maken stiekem zakken snoepgoed open. Haar moeder spreekt er schande van. Het meisje bekijkt breiwol, papierwaren en speelgoed. Ze wil ook weleens wat jatten, iets wat ze makkelijk in haar zak kan steken. Ze draalt bij de letterbakfiguurtjes en verzekert zich ervan dat er niemand kijkt. Snel steekt ze er eentje in haar zak. Pas veel later, alleen op haar kamertje, bekijkt ze het ding. Wat stelt het voor? Het lijkt nog het meest op een grijs schaap met een gedrongen kop.

Een lullig letterbakfiguurtje pikken in een warenhuis. Ik deed het niet eens uit begeerte, om mijn verzameling aan te vullen. Heel anders dan de kinderen van de buren, die door snoeplust werden gedreven. Het ging me om de ervaring van het stelen, stiekem iets wegnemen en er mee wegkomen. Een experiment was het. En het experiment lukte. Ik bewees er mezelf mee dat ik geen heilig boontje was. Gelukkig maar. In mijn puberjaren hoorde ik mijn moeder een keer klagen: 'En vroeger was je zo'n lief meisje.' Ze moest eens weten.

Geen opmerkingen: