Amal is acht jaar. Vandaag krijgt zijn klas poëzieles. 'Wat is dat eigenlijk, poëzie?' vraagt die dikke juf met dat lange grijze haar. 'Iets dat rijmt of zo,' zegt Amal. Isabelle, een meisje uit de groep zegt: 'Poëzie dat lijkt op droevige liedjes, dat je eigenlijk moet huilen maar dat je het ook heel mooi vindt.' Dat vindt die dikke juf wel een mooi antwoord. Nu geeft ze de hele klas de opdracht om met de ogen dicht te gaan zitten. 'Eerst alle ogen dicht, en dan de monden. Dan luister je naar de stilte.'
Gegrinnik en geroezemoes. Even wordt het echt stil in de klas. Van buiten komen wel geluiden. De kleuters hebben speelkwartier. 'Wat hoor je als het stil wordt?' vraagt de poëziejuf? 'Niks natuurlijk,' zegt Daan bijdehand. Dat vindt juf een goed antwoord, maar ze zegt erbij: 'Toch is het nooit helemaal stil. Er zijn altijd wel ergens geluiden. Hoor je die?'
Isabelle knijpt stevig haar ogen dicht en luistert naar de stilte. Amal probeert het ook. 'Wat zie je voor je?'
'Een draak!' roept Daan.
'Een voetbalveld,' zegt Amal.
'Ssst,' zegt de juf, 'niet zeggen wat er in je opkomt, maar schrijf dat ene woord op een blad papier. Helemaal in het midden.'
'Waarom?'
'Omdat dat wel mooi is, zo'n woord alleen op een stille witte bladzijde.'
Amal schrijft: 'voetbalveld'. Midden op het witte vel.
'En nu schrijf je op een nieuw blad allemaal woorden die met jouw eerste woord te maken hebben.'
Amal denkt na. Wat hoort er allemaal bij een voetbalveld? Hij houdt erg van voetballen en van Ajax. het liefste wil hij later zelf bij Ajax spelen. Hij stelt zich voor dat hij aan het spelen is en dan gescout wordt... Daar heb je die juf weer:
'Wat hoort er allemaal bij dat ene woord?'
O ja, woorden die te maken hebben met voetballen. Scheidsregter, voetbalschoenen, kieper, bal. 'Juf, hoe schrijf je manager?'
'M.a.n.a.g.e.r.' spelt ze. 'Goh, denk jij aan managers als het stil wordt? Wat bijzonder!'
Nadat de kinderen woorden hebben bedacht, mogen ze met een paar van die woorden zinnen maken. 'Eigenlijk heb je dan al een gedicht.'
'Moet het rijmen, juf?'
'Het mag, maar het hoeft niet. Rijmen is leuk, maar ook zonder rijm kun je hele mooie zinnen maken.'
Na een tijdje mogen de kinderen hun gedichten voorlezen voor de klas. 'Mag ik eerst?' vraagt Daan. Proestend leest hij zijn pies-en-poepgedicht voor. De klas giechelt mee. Daan moet zelf zo lachen dat hij bijna niet uit zijn woorden komt. 'Ik versta er niets van,' zegt de juf, wil je het wat duidelijker voorlezen, zonder er zelf doorheen te lachen?'
Met een rood hoofd leest hij:
Een wc is een pot
en wat stinkt het o mijn got
maar soms sijn er vervrissers in de plee
dan zegge mensen okee
en wat hoor je voor geluit
psssssss, ppppprrrt en getik op de ruit
ik neem vaak een gasmasker mee
want ik herhaal het stinkt op de plee
Isabel leest een liefdesgedicht over een paard. En een tweede gedichtje:
Stilte is rustig, je ziet het niet
het is bij iedereen maar soms moet je
diep in jezelf zoeken
'Wauw!' Juf is onder de indruk. Nu mag Amal. De klas is rumoerig. Juf fluistert: 'Wacht maar tot ze stil zijn, dan zeg je 'ahum!' en dan begin je.' Het rumoer ebt weg. Amal schraapt lacherig zijn keel en leest:
VOETBAL
Het is een leuk spel
je speelt het samen
iedereen heeft een sjurt
en achterop staan namen
is het wel eens stil op het veld?
nee want iedereen schreewt
en joelt en jelt
ik ben een held in voetbal
ik speel bij ajax eerste klas
niet in een hal maar op het gras
'Applaus voor Amal, jongens!' Amal maakt een diepe buiging en loopt blozend weer naar zijn plek, terwijl zijn klasgenootjes voor hem klappen.
Namen en gedichten zijn aangepast
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten