zondag 3 april 2011

Single chef: het dagboek van een linzensoep

Een nachtje weken
Tijd is een van de belangrijkste ingrediënten voor een lekkere soep. Zie hier de levensloop van een grote pan linzensoep.

Donderdagavond
Ik vraag me af of ik nog droge pasta in huis heb en bekijk de blikken en potten op de bovenste plank in de keuken. Daarbij valt mijn oog op de bus rode linzen. Een biologische vriendin vertelde mij ooit dat je afvalt van het eten van linzensoep. Je zou meer energie verbranden met het eten ervan, dan het oplevert. Het lijkt me een fabeltje, maar wel een fijn fabeltje voor iemand met overgewicht. Ik zet de bus linzen op het aanrecht.

Vrijdagmiddag
Met een kort boodschappenlijstje doe ik boodschappen, met een overvolle tas ga ik naar huis. Bijna nog het soepvlees vergeten. Het wordt zo'n pakketje met runderpoelet, een mergpijpje en gehaktballetjes. Soepgroenten koop ik niet, want ik heb nog van alles in huis. Wel een knolselderij, want de geur van selderij hoort bij soep. 's Avonds doe ik twee mokken vol linzen in een zeef, spoel ze goed af en zet ze een nacht in de week. Door te weken verkort je de kooktijd. Overigens is dat weken bij rode linzen minder belangrijk dan bij de grotere bruine.

Een dagje trekken
Zaterdagochtend
Welke kruiden je gebruikt om met de bouillon mee te trekken, hangt van je smaak af en wat voorhanden is. In mijn tuin staat nog overwinterde peterselie en citroentijm. Daar knip ik wat van af. In een ruime pan water zet ik het soepvlees, mergpijpje, een stuk selderijknol, wortel, ui, gedroogde tomaten en kruiden op. Laag vuur, niet koken. De verrukkelijke geur mag je alleen ruiken als je het deksel even optilt. De hoeveelheid water hangt af van hoe sterk je de bouillon wilt hebben. Hoe meer water, hoe minder krachtig. Logisch.

In de avond zeef ik de bouillon en giet de linzen af. De linzen kook ik ongeveer drie kwartier in de bouillon. Intussen snijd ik de groenten. Deze keer gebruik ik: blokjes knolselderij en stukjes winterwortel, een groene paprika en een restje broccoli. Een prei in dunne ringen gesneden. De hardste ingrediënten gaan het eerst in de pan, de prei als laatste, dan blijft die nog wat stevig. Inmiddels mogen ook het blik tomaten, de bouillonblokjes (ik nam er twee), de gehaktballetjes en de spekjes in de pan. De totale kooktijd is ongeveer een uur, vanaf het moment dat de linzen in de bouillon gaan.

Zondagmiddag
Als lunch: deze rijke linzensoep, afgemaakt met een scheutje kookroom. Ik denk niet dat ik ervan afval, maar de smaak en de geur zijn zalig. De komende dagen heb ik lekker veel soep. Een gedeelte invriezen kan ook.


Inhoudsopgave:
Twee mokken vol roze linzen
Water
Runderpoelet (soepvlees)
Mergpijpje
Een uitje
Een stuk winterpeen
Een stuk knolselderij
Enkele gedroogde tomaten
Een rood pepertje (vers of gedroogd)
Bonenkruid
Peterselie
Tijm
Laurierblad
Curry leaves
Bouillonblokjes
Soepgroenten (wat je maar in huis hebt)
Een blik tomaten (blokjes of gezeefd)
Gehaktballetjes
100 gram magere spekreepjes
Evt. afmaken met room

Geen opmerkingen: