dinsdag 30 november 2010

Over winnaars en Winters Binnen


Net als vorig jaar in november, heb ik deze maand 50.000 woorden getypt als grondstof voor mijn roman. Bij elkaar al 100.000 woorden dus. Ik kan bijna niet wachten met plakken, schrappen, schuiven en verder schrijven om de roman daadwerkelijk te laten groeien. Ik houd mijn lezers op de hoogte. 

Inmiddels doe ik erg mijn best om de schrijfgroep tussen Sint en Kerst te kunnen starten, nog een paar aanmeldingen..... En ik werk aan een vertelverhaal voor Winters Binnen, de verhalenroute door Tuindorp Oostzaan, die onder andere mijn huisje aandoet.


Levensverhaal
Ook heb ik mijn lieve vader beloofd om zijn handgeschreven levensverhaal voor hem uit te werken. Toen hij me zijn volgeschreven bloknootvellen gaf, zei hij - niet voor de eerste keer: 'Misschien is het niks hoor, kijk maar of het wat is, misschien kan het zo in de prullenbak.' 'Pa', antwoordde ik, 'het is jouw verhaal, dus dat is sowieso iets. Ik vind het ontzettend stoer van je om het op te schrijven!' 

Nu heb ik de eerste 27 handgeschreven pagina's gelezen. In het verhaal staan familie-anekdotes. Het zijn 'sterke' verhalen, die steeds opnieuw verteld worden, omdat ze op de lachspieren werken. Maar ik las ook details die nieuw voor me zijn, over een hardwerkende man die met zijn baas onderhandelde over een paar guldens meer in zijn loonzakje. Ik ben zo trots op die man. Op zijn 74e, met niet meer dan Lagere School en één jaar ambachtsschool in de jaren vijftig, zit hij nu aan de eettafel het verhaal van zijn leven op te schrijven.  

'En? Is het wat?' vroeg mijn vader. Ik vertelde dat ik geraakt was en nog een keer hoe stoer ik het van hem vond, om dit met zijn ene jaar ambachtsschool op te schrijven. 'Nou, op mijn leeftijd is een schouderklopje ook nog steeds welkom,' zei pa. Heerlijk, zo'n schouderklopje dat aankomt. Ik hoop dat hij nog meer blaadjes vol gaat schrijven en ik zal hem helpen om er een boekje van te maken. Misschien moet ik er ook zo'n plaatje met 'Winner!' op plakken.

woensdag 24 november 2010

Fluister mooie dingen

Naast schreeuwen om cultuur (zie afgelopen zaterdag) is er ook een actie gestart om mooie dingen te fluisteren. Dat is meer mijn stijl en die van vele kunstenaars. Meer hierover op dit adres. Mijn bijdrage:


Ren dement

Een schilder levert scheve schetsen
de danser struikelt af en toe
zelden gaat een dichter
rechtsstreeks naar zijn doel

Bewust verdwaalt hij
in een woud van mensen
wensen dat hij ergens uitkomt

Is slagersjongen, winkelmeisje
madelief of zwijnentemmer

Kilometers kladpapier verslijt hij
vellen vol met losse letters
als Borges' bieb van Babel*

Tot in die meningloze massa
een pijltje staat --> recht in het oog
hier gaat een neus omhoog, een mond
krult mee. Dát is de zin van kunst
het rendement

24 november 2010

*Een verhaal waarin een oneindige bibliotheek wordt geschetst. Alle mogelijke boeken komen in die bibliotheek voor, ook die waarin de letters in willekeurige volgorde staan.


woensdag 17 november 2010

Het meisje en de trom: Meander Klassieker



Het meisje en de trom

Zij had een trom gevonden om te slaan.
Toen werd zij van metaal tot in haar tanden
en trok een tinteling naar beide handen
om op de trommel met stokken te slaan.

Om met de trom op het toneel te staan
achterovergebogen aan de banden
die haar verbonden met de bonzen van de
gespannen wanden van dit gromorgaan.

Haar ogen zijn gesloten, want zij voelt
het rhythme door haar lichaam zegevieren,
een drift die zich op de roffelen koelt.
Offer en overmacht slaan in elkander om.
Meisje en instrument paren als dieren.
Het levend meisje en de dode trom. 


Gerrit Achterberg (1905-1962)


Een vrouw met een contrabas bracht dit gedicht onder mijn aandacht. Bij een samenkomen van muziek en poëzie zong en speelde Kim Soepnel 'Het meisje en de trom'. De donkere bastonen brachten de trommelslagen tot leven, haar stem de tekst. De intensiteit en de klanken van het gedicht bleven me bij, wat een goede reden is om het gedicht als 'Klassieker' te bespreken.

Achterberg. Wat over de dichter te zeggen, wat nog niet eerder gezegd is, bijvoorbeeld in eerdere bijdragen aan Meander Klassiekers, of in zijn biografie bij de Koninklijke Bibliotheek? Uit de bekende informatie over zijn leven vind ik het voldoende om te noemen dat geweld en gekte daarin belangrijke plaatsen innamen. Zijn belangrijkste thema was het door middel van zijn poëzie opnieuw tot leven brengen van een dode geliefde. Lees bijvoorbeeld Klassieker nummer 69, de bespreking van 'Fotografie', door Rutger H. Cornets de Groot. 



Lees hier verder.

dinsdag 16 november 2010

Schrijven in het Zonnehuis: die donkere dagen verdrijven

Aanbod: vijf middagen schrijven tussen Sint en Kerst

De tweede cursus 'Schrijven als Levenskunst' is afgerond. Lees hier een bijdrage van een deelneemster aan de tweede cursus.  In het voorjaar zal ik weer een cursus geven bij het Humanistisch Verbond, onder een nieuw thema, maar graag wil ik eerder een schrijfgroep voor volwassenen geven, liefst hier in Tuindorp Oostzaan. Ik kreeg ook verzoeken om verder te gaan, vandaar dit aanbod.

Zonnehuis
Bij voldoende belangstelling kan ik vijf lessen geven tussen Sinterklaas en Kerst op een heel aantrekkelijke lokatie: Het Zonneplein in Tuindorp Oostzaan. De lunchroom van het Zonnehuis is daarvoor beschikbaar op de volgende middagen:
Dinsdag 7 en woensdag 8 december, dinsdag 14 en vrijdag 17 december en dinsdag 21 december.
Tijd: van 14.00 tot 16.00 uur. Kosten: € 55,- per persoon, exclusief 19 % btw. Bij een minimum van zes deelnemers kan de groep van start gaan. In de lunchroom kun je koffie, thee en heerlijke taart kopen.


Plezier
Mijn lessen bestaan uit leuke oefeningen om het schrijven te stimuleren en vooral ook het plezier erin. De groep deelnemers dient als klankbord om uit te proberen of wat je hebt geschreven 'werkt'. Er wordt regelmatig gelachen bij het voorlezen van de teksten, maar ook ontroering doet zich voor. We geven elkaar op een prettige manier feedback om de schrijfvaardigheid verder te ontwikkelen. Het beste recept blijft nog steeds dit: filmpje.

Thema's
Met de oefeningen sluit ik zoveel mogelijk aan bij de wensen van de deelnemers. Er kan geoefend worden met verhalen, poëzie en dialogen schrijven. In deze periode zullen thema's als licht en donker, feestdagen en familie aan de orde komen. Maar neem vooral ook jezelf en je eigen onderwerpen mee!

Boekje
Van de geschreven teksten wordt een boekje gemaakt, wat nog max. 3 euro extra kost. Meld je aan bij SchrijfTaal en ervaar hoe blij je wordt van schrijven.

zondag 14 november 2010

De bruis van het Zonnehuis

Lovely en Shirley

'Elkaar verhalen vertellen is vitamine voor het dagelijks leven,' zei Peter Faber vanmiddag na afloop van het Hart op de Tong. Wat mij betreft was deze middag weer een heerlijke multivitamine bruistablet met de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid humor, ontroering, verhalen, poëzie en muziek in majeur, mineur en alles daartussen. Gebracht door bewoners van Tuindorp en mensen van ver. Een schoolmeisje, een gewezen reisgids, een gepensioneerd docent levensbeschouwing, een professioneel verhalenverteller, een Canta bestuurder en nog veel meer verteltalenten. Wil je weten wat deze mensen allemaal te vertellen hebben, kom dan de volgende keer luisteren. En probeer je maar te beheersen om je eigen verhaal te vertellen. Want het werkt aanstekelijk, echt waar. Blijf komen, om de veertien dagen op zondagmiddag, behalve Tweede Kerstdag! Van 14.00 - 16.00 uur in Theaterstudio Zonneplein.

Nancy Wiltink van Tuin aan Zee
Het verhaal van Nancy ging over de duivekater, zie ook: tentoonstelling 'het geheim van de duivekater' in Museum de Noord.

donderdag 11 november 2010

Bye bye, natuurklasje!


Voor de eerste keer was het zulk beestenweer dat het natuurklasje binnen bleef. Dan maar beesten op het bord tekenen... Deze beesten konden niet meer mee in het boekje, dat inmiddels gedrukt en uitgedeeld is. Het was de laatste les van dit blok. Dag kinderen, nog veel natuur- en schrijfplezier. Misschien kom ik jullie nog eens tegen. In januari geef ik weer een blok natuur- en milieu-educatie in de Molenwijk. 


dinsdag 9 november 2010

Schrijven tot de vonken er vanaf vliegen


Jean Dubuffet (1904 -1985): La-tafel

Een fijn schilderij. Het grote vlak heeft de textuur van verbandgaas, gips en een enkele pleister. Onderaan een minuscuul donker vlekje, een paar stompjes van poten. De schilder heeft vette witte verf op een donkerbruine ondergrond gekwast en daarin gekrast met zijn paletmes en de achterkant van zijn penseel. Zo zijn die donkere lijnen ontstaan.

Aan mijn schrijftafel gezeten staar ik uit het raam. Een rode weerschijn valt over het tafelblad. Is er brand, vuurwerk? Toch niet weer die klootzak, die...?

Een venijnrood hoofd splijt open en spreekt: 'Wat nou, schrijftafel? Denk jij echt dat je voor alles de oplossing hebt?'
Schrijftafel: 'Ik sta in ieder geval stevig op mijn poten en mijn laatje kan ècht open!'
Vulkaan: 'Waarom zou ik in godsnaam in jouw laatje willen kijken? Wat zou ik er vinden, een paar verkreukelde foto's en afgekloven pennen? Dat moet dan de diepte van jouw ziel voorstellen? Pathetisch! Ga je blad poetsen, het zit vol vlekken!'
'Je maakt me bang, jij berg vol venijn. Bang dat je mijn blad schroeit, de papieren erop als as laat vervliegen.'
'Daar sta je nou met je vurenhouten pootjes. Eén lik van mijn tong en je bent er geweest!'
'Ik heb geen verweer. Papier is geduldig, maar brandbaar. Laat me alsjeblieft met rust, ik smeek het je!'
'Mijn honger naar hout is niet te stillen. Als ik jou niet opvreet, dan ben ik er geweest.'
'Dus nu zeg je dat je míj nodig hebt om te overleven?'
'Ha! Voor jou tien andere tafels. Ikea staat er vol mee.'
'Je spreekt jezelf tegen met je dubbele slangentongen. Heb je mij nou nodig of niet?'

De vulkaan laat een dreigend gegrom horen, maar spreekt niet.
Schrijftafel: 'Ik vrees dat ik niet zonder jou kan. Dat het papier saai en grijs blijft zonder jouw weerschijn. Maar kom niet te dichtbij, alsjeblieft.'
De vulkaan vonkt, knettert en sist: 'Tsssssssss!'

Pierre Alechinsky: Cobras vulcanologiques, 1970

donderdag 4 november 2010

Natuurklasje bijna voorbij, boekje in de maak


Vanmiddag was de op-een-na-laatste les van mijn eerste natuurklasje. Er moest nog wat gemaakt worden voor het boekje dat bij de laatste les op tafel komt. Gekleurd papier, stiften, gedroogde bladeren en verknipte kerstkaarten waren het materiaal voor deze kunstwerkjes met gemengde technieken. Ze maakten er zoveel, dat we bijna vergaten nog even naar buiten te gaan. 



Het laatste half uur hebben we dat toch maar gedaan. In de wind lopen en tegen grote bergen blaadjes aan schoppen. Heerlijk! 


woensdag 3 november 2010

Hoe de dingen bij elkaar kunnen komen...

Een deelneemster van 'Schrijven als Levenskunst' vertelde afgelopen zondagmiddag een verhaal bij 'Het Hart op de Tong'. Zie ook: als alles klopt. Dinsdagavond verraste ze de schrijfgroep met een verhaal over die middag. Ik heb haar toestemming om het hier te publiceren:

Het Zonneplein

Bijna was ik te laat gekomen. Ik woon namelijk heel dichtbij, maar mijn zoon van dertig belde ’s morgens op en vroeg of ik zijn haar wilde knippen. Dat doe ik al zijn hele leven, op een of twee keer na. Toen hij in de puberteit zat wilde hij wel eens een echte kapper uitproberen. Hij kwam echter niet zo vrolijk thuis als ik verwacht had. En na de tweede keer zei hij:  ”Jij knipt beter, mam.” Dan groei je natuurlijk als moeder en probeer je de haarmode zoveel mogelijk bij te houden. Zelfs toen hij een keer een grote blauwe kuif aan de voorkant wilde. Het verven was zo gedaan. Ik was alleen vergeten zijn voorhoofd in te smeren met een crème zodat hij een week lang met een petje op naar school ging. En boos natuurlijk. Maar nu hij de kapper zelf moet betalen wil hij vaak even langs komen voor een kopje koffie, praatje en een knipbeurt.

Toen ik dus net op tijd op het Zonneplein aankwam viel het me op hoe relaxed en dorps de buurt er eigenlijk uitziet. Lieve kleine huisjes, allemaal gebouwd in de stijl van de Amsterdamse school in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Het statige Zonnehuis in het midden van het plein heeft drie ingangen. Ik nam in eerste instantie de verkeerde ingang. Rechts van de hoofdingang bevindt zich, zo ontdekte ik, een leuke lunchroom; dus op naar de linkse ingang waar momenteel theatercentrum Het Zonneplein gevestigd is.

Het geroezemoes en de warmte komen mij vrijwel tegelijk tegemoet. Voornamelijk iets oudere mannen en vrouwen bevolken de ruimte en al gauw zie ik Wilma, die geanimeerd staat te praten met enkele vrouwen. ‘Leuk dat je er bent’ zegt ze, en stelt me onmiddellijk aan Peter Faber voor. Hij beweegt zich ontspannen tussen de mensen en probeert (in mijn ogen) niet de ster uit te hangen. Dat siert hem.
Het blijkt dat hij het gezellige theatertje voor 5 jaar gehuurd heeft. Later vertelt hij dat iedereen minstens 5 jaar nodig heeft om iets goed te kunnen, zoals: jongleren, muziek maken, maar ook schrijven. Dus ik heb nog vier jaar en tien en halve maand te gaan!
‘Ga je je verhaal voorlezen?’ vraagt Wilma. Ik antwoord dat ik het nog niet weet en dat ik eerst de kat uit de boom wil kijken.


De ruimte is niet te groot en niet te klein en de mooie rode gordijnen die voor het podium hangen worden prachtig belicht door enkele bovenhangende spotjes wat de gemoedelijke sfeer erg ten goede komt. Een mooie gitariste van een jaar of 25 pingelt dromerige muziek de ruimte in.
Als iedereen koffie of thee gekregen heeft hoor ik Peter (bespeur ik daar toch iets van spanning in zijn stem?) tegen Wilma zeggen: ’zullen we dan maar beginnen?’
Hij loopt naar voren en begint geanimeerd te vertellen over zijn jeugd en hoe hij er toe is gekomen om te gaan acteren. De kop is er af. Wilma loopt naar voren en draagt een van haar prachtige gedichten voor. Dan is het de beurt aan ons. Zo’n kleine 20 man zitten op hun stoeltjes geduldig te wachten. Ik krijg het idee dat iedereen zich hier snel op zijn gemak voelt, want een Indonesische meneer staat direct op en begint rustig voor de microfoon te vertellen. Uit zijn hoofd dus. Over zijn vader met wie hij vroeger niet zo veel op had maar voor wie hij nu, nu hij ouder was geworden en zijn vader niet meer leeft, uiteindelijk veel respect had gekregen. Na een applausje gaat deze meneer zitten en komt Wilma weer naar voren met de vraag wie er nu iets wil vertellen. Het blijft langere tijd stil.

Ik denk bij mezelf: ‘dat kan toch niet’? ‘Niemand die wil?’ En tegelijkertijd voel ik een plaatsvervangende verantwoordelijkheid, voornamelijk ten opzichte van Wilma. De vaart moet er wel in blijven!
Ondanks dat ik het dus niet zo vroeg in de middag van plan was, steek ik mijn vinger op.
Het blijkt dat tegelijkertijd met mijn vinger ook iemand anders zijn hand had opgestoken.
Deze meneer mag eerst, maar dan ben ik echt aan de beurt. Na eerst wat geharrewar met de microfoon lees ik mijn verhaaltje, over mijn moeder die begint te dementeren, voor. Applaus; zo, dat zit er op. En na mij volgen er nog velen. De een vertelt uit het hoofd; de ander van een papiertje maar ieder heeft zijn eigen, vaak emotionele verhaal. Het valt mij op hoe gemakkelijk en vanzelfsprekend alles gaat. Mensen die later zeiden dat ze toch wel zenuwachtig waren staan voor het toneel alsof het hun dagelijkse werk is. In gedachten maak ik ze complimenten.

De middag is omgevlogen en het zaaltje druppelt langzaam leeg. ‘Dit is mijn kans, denk ik en loop op Peter Faber af. Toch even een praatje maken met deze ster. Ik vertel dat ik zijn theatershow KEEFMAN enkele jaren geleden heb gezien in het nieuwe de La Mar theater. Hij begint te vertelen dat hij het hier ook speelt, maar nu veel beter, veel losser. Ik vond het toen juist al zo knap dat hij zo makkelijk kon improviseren op het toneel en vraag of hij zich misschien die avond nog kan herinneren. Even kijkt hij mij vreemd aan. Alsof hij zich elke avond op het toneel zou kunnen herinneren. Maar dan vertel ik hem dat er die avond iets bijzonders was gebeurd. Terwijl de voorstelling al een uur aan de gang was begint een vrouw op de eerste rij te schreeuwen. Peter probeert er een grapje van te maken maar dan blijkt het ernst…. Naast haar op de eerste rij zit een man in elkaar gezakt, bewegingsloos op zijn stoel . Paniek! De lichten gaan aan en 112 wordt gebeld. Peter moet de tijd volpraten maar heeft er zichtbaar moeite mee. Wat moet hij doen? Je hoort hem denken: stoppen of doorgaan?
Nadat de man afgevoerd is via een brancard besluit hij samen met het publiek de voorstelling te hervatten: ‘Ja, zulke dingen kunnen gebeuren’, zegt hij nog.
Vanavond hoorde ik van hem dat de man was blijven leven. En dat gaf me na zoveel jaar toch een gevoel van opluchting.

Janny Praamsma

dinsdag 2 november 2010

Schrijfgekte

Net als vorig jaar in november, heb ik me opgegeven voor National Novel Writing Month, NaNoWriMo. Over de hele wereld zitten duizenden mensen deze maand als gekken te typen om in 30 dagen 50.000 woorden (50K) te bereiken. Of dat echt goede romans oplevert, blijft natuurlijk de vraag. En 'National' is ook niet meer aan de orde, aangezien de hele wereld inmiddels meedoet.

Schrijfspieren
1667 woorden per dag schrijven is geen sinecure. Vorig jaar heb ik de 50K gehaald door af en toe onsamenhangende rotzooi te tikken en door bestaand materiaal te plakken in het lopende verhaal. Alles voor de kwantiteit, waar het bij de WriMo's vooral om lijkt te gaan. Dat is niet erg bevredigend. Aan de andere kant heb ik mezelf toen de discipline bijgebracht om dagelijks te schrijven. Een goed recept om de schrijfspieren te trainen. De pepmailtjes van de organisatoren zijn stimulerend. Ook helpt de gedachte dat er zoveel gekken tegelijk zitten te schrijven. Het heeft in ieder geval een berg ruw materiaal opgeleverd. Van de zomer heb ik daar nog wat aan gesleuteld. In deze novembermaand werp ik me op de kwaliteit: herschrijven en het verhaal meer body geven. Die roman zal er komen!

Verder
Af en toe kruipt deze kluizenares uit haar schrijfholletje om les te geven. Vanavond alweer de laatste bijeenkomst van de cursus 'Schrijven als Levenskunst' bij het Humanistisch Verbond. Een vervolg zal in het voorjaar komen, met een ander thema. Donderdag is het natuurklasje weer aan de beurt. Zondag Crisiskunst in de Noorderparkkamer. Meer lessen met kinderen zijn in voorbereiding.